Soms moet je weleens wat.

Meestal ben ik niet zo’n feestnummer, maar soms dan moet je wel eens. Hoewel, ik vind het ook best vermakelijk. Op een uitnodiging van een kennis zijn club, ieder groot instituut en bedrijf heeft hier een club, allemaal liggend in een gedeelte aan het meer. Hier kunnen ze al hun heisa laten zien, met een beeldvorming, naar buiten dat ”het niet op kan” zo ook hier. Eigenlijk triest omdat de inkomens verschillen heel erg groot zijn. Het begint al met de uitnodiging, dat is een foto van de tafel met daarop het tafelnummer, zelfs de tafelschikking was vermeld. Het hoogtepunt was een cover bandje van “de Beatles” Maar goed, geen stoelendans, dus. Aangekomen, zien we, dat het een hele poppenkast blijkt te zijn. Ik dacht, in de ingang staat zo’n harlekijn ”die drie maal met een grote stok op de grond stampt en roept: De Heer en Mevrouw… Alles is uit de kast is gehaald. Meterslange buffet tafels, zwaar opgemaakt, en waar je bijna een fiets voor nodig hebt.
Allemaal bekende, en onbekende gerechten, Nadat alle tafeltjes zijn bezet, en de meeste mensen twee keer hebben opgeschept, verschijnt het cover bandje ten tonele. Stevig in het pak, “stissel oan de earren ta” en het zweet stroomt van het podium. Na de bekende meezinger “Hey Jude” weten de meeste niet wat ze gezongen hebben, bijna niemand kan Engels.
De obers zijn ook in het pak, wat het circus compleet maakt, heen en weer vliegen, zweten en knikken als een japanner. Voor mij is mijn lange jeans, met 29 C al heet genoeg. Overal zijn grote afbeeldingen van Londen en de Beatles opgehangen. Waar veel vrouwen hun nieuwe jurkje laten fotograferen. Ik heb een verkoeling gevonden, een bier tap, bij een zithoek aan het meer. Hier laat ik de wind van het meer, eens lekker door mijn broekspijpen waaien. En laat de boel de boel.